Een toxicoloog uit Nieuw-Zeeland beweert dat de legendarische koning Alexander De Grote wel eens gestorven zou kunnen zijn na het drinken van wijn gemaakt van een gifitige plant. Daardoor komt de theorie dat de koning van Macedonië en beruchte veldheer in 323 v. Chr. aan een natuurlijke dood stierf, op de helling te staan.
Historici en andere wetenschappers debatteren al meer dan 2.000 jaar over de doodsoorzaak van Alexander De Grote. De Griekse koning van Macedonië, die heerste over een rijk dat zich uitstrekte van Griekenland tot aan de Himalaya, stierf in 323 v. Chr. op 32-jarige leeftijd in Babylon. Na een banket kreeg Alexander koorts, kon na een tijd niet meer wandelen of spreken, en stierf na twaalf dagen. De theorieën over zijn dood gaan van vergiftiging met arsenicum tot een longontsteking.
Professor Leo Schep van het New Zealand National Poison Centre werkte tien jaar aan een onderzoeknaar de mogelijke doodsoorzaak. Hij vergeleek de symptomen uit oude geschriften en verslagen met de nu bekende symptomen van giftige plantenen stoffen. Schep claimt nu dat, als Alexander De Grote vergiftigd werd, dat waarschijnlijk niet gebeurde met een gif als arsenicum. De dood zou dan veel sneller ingetreden zijn.
'Veratrum album'
Meer dan waarschijnlijk stierf Alexander De Grote door het drinken van wijn van de plant 'veratrum album' of witte nieswortel. De plant werd in minimale hoeveelheden door de Oude Grieken al gebruikt als medicijn, om bijvoorbeeld het braken op te wekken. De symptomen zouden overeenkomen met die in de geschriften van de Griekse historicus Diodorus, die de doodsstrijd van Alexander De Grote neerschreef.
Scheps onderzoek verscheen in het medische tijdschrift 'Clinical Toxicology'. Hij wijst er wel op dat de echte doodsoorzaak nooit bewezen zal kunnen worden, en dat ook zijn conclusies nooit 100 procent vast zal staan. Ook is niet vast te stellen of Alexander De Grote met opzet vergiftigd werd of niet. "Het echte verhaal zullen we nooit weten", zegt hij.
—————